tabuleert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tabuleert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ta·bu·leert

Werkwoord

vervoeging van
tabuleren

tabuleert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tabuleren
    • Jij tabuleert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tabuleren
    • Hij tabuleert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van tabuleren
    • Tabuleert! 

Gangbaarheid

  • Het woord tabuleert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.