tailleer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tailleer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tailĀ·leer

Werkwoord

vervoeging van
tailleren

tailleer

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tailleren
    • Ik tailleer. 
  2. gebiedende wijs van tailleren
    • Tailleer! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tailleren
    • Tailleer je? 

Gangbaarheid

  • Het woord tailleer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.