tailleren

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tailleren    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tail·le·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tailleren
tailleerde
getailleerd
zwak -d volledig

Werkwoord

tailleren [1]

  1. in vorm brengen door het overbodige weg te snijden
  2. (kleding:) taille geven aan
     De zwarte mantel zat haar als gegoten en diende als luxueus omhulsel voor het getailleerde mantelpakje dat zij er ongetwijfeld onder droeg.[2]
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tailleren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.