tandzaden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tandzaden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tand·za·den

Zelfstandig naamwoord

detandzadenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tandzaad

Gangbaarheid

  • Het woord tandzaden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.