technologisch

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  technologisch    (hulp, bestand)
  • IPA: /tɛxnoˈloɣis/
Woordafbreking
  • tech·no·lo·gisch
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen technologischtechnologischer-
verbogen technologischetechnologischere-
partitief technologischtechnologischers-

Bijvoeglijk naamwoord

technologisch

  1. met betrekking tot stelselmatig ontwikkelde kennis over werkwijzen en hulpmiddelen om dingen te produceren
    • Ons leven verandert door de technologische ontwikkeling. 
    • Het groeiend gebrek aan technologisch talent is in Nederland een groot knelpunt, zo staat omschreven in het nieuwste rapport over de bekostiging van hoger onderwijs en onderzoek, dat afgelopen week werd aangeboden aan minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap). [1] 
  2. vanuit de kennis hoe en met welke hulpmiddelen iets gemaakt wordt
    • De nieuwe machine was een technologische mislukking omdat hij te snel versleet. 

Gangbaarheid

  • Het woord technologisch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.