teder

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  teder    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtedər/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • te·der
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen tedertederdertederst
verbogen tederetederderetederste
partitief tederstederders-

Bijvoeglijk naamwoord

teder

  1. zacht, delicaat, liefdevol
    • Oh, wat heb ik toch een tedere kinderen, sprak de vader vertederd 
    • Kijk nu eens naar haar mond en stel je een ogenblik voor dat je onze Albert bent. Van die mond had hij warme, tedere kussen gekregen, die zijn buik optilden tot hij op springen stond, hij had haar speeksel in zijn mond voelen stromen en het met grote hartstocht opgezogen, Cécile was in staat tot zulke wonderen, dat ze niet zomaar een meisje was. [4] 
Hyponiemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord teder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.