telbaar

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  telbaar    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tel·baar
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van tellen met het achtervoegsel -baar
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen telbaartelbaardertelbaarst
verbogen telbaretelbaarderetelbaarste
partitief telbaarstelbaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

telbaar

  1. als je iets kunt (af)tellen
    • Op het toetsenbord zit een telbaar aantal toetsen. 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord telbaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.