telde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  telde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tel·de

Werkwoord

vervoeging van
tellen

telde

  1. enkelvoud verleden tijd van tellen
    • Ik telde. 
    • Jij telde. 
    • Hij, zij, het telde. 
     Ik telde mijn zegeningen, overpeinsde de alledaagse moeilijkheden van mijn werk en de onrust in de wereld.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord telde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.