telefoneerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: telefoneerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- te·le·fo·neer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
telefoneren |
telefoneerde
- enkelvoud verleden tijd van telefoneren
- Ik telefoneerde.
- Jij telefoneerde.
- Hij, zij, het telefoneerde.
- Ik telefoneerde.
Gangbaarheid
- Het woord telefoneerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.