telefoons

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  telefoons    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • te·le·foons

Zelfstandig naamwoord

de telefoons mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord telefoon
    ▸ De politie wil zakkenrollers en winkeldieven vangen met computerdata. De gegevens van nummerborden, telefoons en gps worden straks beter gecombineerd. De proef, met de TU Eindhoven, loopt nu in Roermond.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord telefoons staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. ↑ Weblink bron “Politie wil zakkenrollers en plofkrakers vangen met data” (Maandag 17 september 2018, 10:08), NOS
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.