telja

Faeröers

Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse telja.

Werkwoord

telja

  1. tellen
  2. vertellen


IJslands

Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse telja.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid deelwoord
(supinum)
3e pers enk. 1e pers mv.
teljatalditöldumtalið
volledig

Werkwoord

telja

  1. tellen
  2. denken, geloven
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.