tenniste

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tenniste    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ten·nis·te

Werkwoord

vervoeging van
tennissen

tenniste

  1. enkelvoud verleden tijd van tennissen
    • Ik tenniste. 
    • Jij tenniste. 
    • Hij, zij, het tenniste. 

Gangbaarheid

  • Het woord tenniste staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.