tets

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tets    (hulp, bestand)
  • IPA: /tɛts/
Woordafbreking
  • tets
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

detetsmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tet
31 %van de Nederlanders;
20 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
  2. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als adj.

Bijvoeglijk naamwoord

stellendvergrotendovertreffend
onverbogen tetstetsertetst
verbogen tetsetetseretetste
partitief tetstetsers-
Woordherkomst en -opbouw

tets

  1. (voeding) slecht doorbakken, klef [1]
    • Het brood was tets. 

Gangbaarheid

  • Het woord tets staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.