tiaatje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tiaatje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtijacə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • tia·tje
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hettiaatjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tia
    • Sanne vond een kandidate 'wel goed', maar Anouk had duidelijk een andere mening. Vooral over de uithaal van de zangeres, waar geen einde aan leek te komen. "Heb je een klein tiaatje ofzo?" [1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'tiaatje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.