tikte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tikte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tik·te

Werkwoord

vervoeging van
tikken

tikte

  1. enkelvoud verleden tijd van tikken
    • Ik tikte. 
    • Jij tikte. 
    • Hij, zij, het tikte. 
     Ik tikte mijn wandelstokken tegen elkaar en sloeg onverstaanbare wartaal uit.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord tikte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.