timme
Zweeds
Uitspraak
- Geluid: timme (hulp, bestand)
Woordafbreking
- tim·me
Zelfstandig naamwoord
timme g
Verbuiging
timmes | enkelvoud | meervoud | ||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | timme | timmen | timmar | timmarna |
genitief | timmes | timmens | timmars | timmarnas |
Afgeleide begrippen
- skoltimme, soltimme, timlön, timersättning
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.