timmert af

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  timmert af    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • timĀ·mert af
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aftimmeren

timmert (...) af

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftimmeren
    • Jij timmert af. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aftimmeren
    • Hij timmert af. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van aftimmeren
    • Timmert af! 

Gangbaarheid

  • Het woord timmert af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.