tinkelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tinkelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tin·ke·len
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

tinkelen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tinkelen
tinkelde
getinkeld
zwak -d volledig
  1. een rinkelend geluid maken
    • Dagelijks worden er in de grote tent op het hoofdterrein modeshows gegeven voor het zogenaamde hogere segment (lees: veel blond, beige, zwart en bruin). Less is more is in de modewereld normaal gesproken een DO, maar in Boekelo definitely een DON'T. Armbanden moeten tinkelen en verdrinken in de kralen van de twee andere armbanden om de gebruinde pols. Ook plamuurwangen zijn HOT. Puur natuur is zo 2007, laat dat maar aan de paarden over. [1] 
  2. een soort toveren
    • Het boek Wiplala Weer is de tweede kinderroman die Annie M.G. Schmidt schreef over de vriendschap tussen de oer-Hollandse familie Blom en het piepkleine mannetje Wiplala dat kan 'tinkelen', een soort toveren. [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord tinkelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.