tinnegieters

Uitspraak

• Geluid:  tinnegieters    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈtɪnəˌɣitərs / (4 lettergrepen)

Woordafbreking

• tin·ne·gie·ters

Woordherkomst en -opbouw

• tinnegieter met uitgang -s

Zelfstandig naamwoord

de tinnegieters mv

1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tinnegieter

   ▸ Het poldermodel wordt nu twee maal geconfronteerd met de rauwe werkelijkheid: die van de economische teruggang en van de euro, waardoor de nationale economieën nog dichter tegen elkaar gedrukt zullen worden. Het is twee maal een kwestie van overleven. Lukt dat niet, dan is de toekomst aan de tinnegieters, die er geen flauw idee van hebben wat ze op de ruïne van de polder te wachten staat.^[1]

Gangbaarheid

• Het woord tinnegieters staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen