toeluistert

Uitspraak

• Geluid:  toeluistert    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• toe·luis·tert

Werkwoord

toeluistert

1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeluisteren
   

   • ... dat jij toeluistert. 

2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toeluisteren
   

   • ... dat hij toeluistert. 

Gangbaarheid

• Het woord toeluistert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.