träd

Zweeds

Werkwoord

träd

  1. gebiedende wijs van träda

Zelfstandig naamwoord

träd o

  1. boom
Verbuiging
träds enkelvoud meervoud
  onbepaald bepaald onbepaald bepaald
  nominatief     träd     trädet     träd     träden  
  genitief     träds     trädets     träds     trädens  
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.