trad

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trad    (hulp, bestand)
  • IPA: /trɑt/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • trad
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
treden

trad

  1. enkelvoud verleden tijd van treden
    • Ik trad. 
    • Jij trad. 
    • Hij, zij, het trad. 

Gangbaarheid

  • Het woord trad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
77 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.