traducir

Spaans

Uitspraak
  • IPA: / tɾaðuˈsiɾ/
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
traducir
traduje
traducido
volledig

Werkwoord

traducir

  • overgankelijk
  1. vertalen
  2. verwoorden
  3. uitleggen, interpreteren
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.