traineert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  traineert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • traiĀ·neert

Werkwoord

vervoeging van
traineren

traineert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van traineren
    • Jij traineert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van traineren
    • Hij traineert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van traineren
    • Traineert! 

Gangbaarheid

  • Het woord traineert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.