trapte
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: trapte (hulp, bestand)
Woordafbreking
- trap·te
Werkwoord
vervoeging van |
---|
trappen |
trapte
- enkelvoud verleden tijd van trappen
- Ik trapte.
- Jij trapte.
- Hij, zij, het trapte.
- Ik trapte.
Gangbaarheid
- Het woord trapte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.