treurde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  treurde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • treur·de

Werkwoord

vervoeging van
treuren

treurde

  1. enkelvoud verleden tijd van treuren
    • Ik treurde. 
    • Jij treurde. 
    • Hij, zij, het treurde. 

Gangbaarheid

  • Het woord treurde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.