tribaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tribaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tri·baal
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stam-’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1976 [1]
  • afgeleid van het Latijnse tribus met het achtervoegsel -aal [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen tribaaltribalertribaalst
verbogen tribaletribaleretribaalste
partitief tribaalstribalers-

Bijvoeglijk naamwoord

tribaal [3]

  1. betrekking hebbend op een volksstam
Hyponiemen
  • intertribaal

Gangbaarheid

  • Het woord tribaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
69 %van de Nederlanders;
71 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.