trilapparaatje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  trilapparaatje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈtrɪlɑpaˌracə/ (5 lettergrepen)
Woordafbreking
  • tril·ap·pa·raat·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hettrilapparaatjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord trilapparaat
     In een ander onderzoek stimuleerde ik patiënten om zoveel mogelijk op hun linkerzij te slapen met behulp van een trilapparaatje.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord 'trilapparaatje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.