trommer

Noors

Woordafbreking
  • tromĀ·mer
Naar frequentie 10135

Werkwoord

trommer

  1. tegenwoordige tijd van tromme

Zelfstandig naamwoord

trommer, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van tromme


Nynorsk

Woordafbreking
  • tromĀ·mer

Zelfstandig naamwoord

trommer, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van tromme
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.