tromme
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
- trom·me
Woordherkomst en -opbouw
- trom ww met de uitgang -e
Werkwoord
vervoeging van |
---|
trommen |
tromme
- aanvoegende wijs van trommen
Gangbaarheid
- Het woord tromme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /'tɾumə/
Woordafbreking
- trom·me
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | tromme |
tegenwoordige tijd | trommer |
verleden tijd | trommet tromma |
voltooid deelwoord |
trommet tromma |
onvoltooid deelwoord |
trommende |
lijdende vorm | trommes |
gebiedende wijs | trom |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
Werkwoord
tromme
- drummen
- «Trommeslageren trommet takten.»
- De tamboer trommelt de maat.
- «Trommeslageren trommet takten.»
- trommelen, kletteren
- «Regnet tromma mot ruta hele natta.»
- De regen klettert de hele nacht op de straat.
- «Regnet tromma mot ruta hele natta.»
- optrommelen, bijeenroepen
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: tromme utålmodig med fingrene
ongeduldig met de vingers tikken
Zelfstandig naamwoord
tromme m / v
Verbuiging
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tromme | m: trommen v: tromma |
trommer | trommene |
genitief | trommes | m: trommens v: trommas |
trommers | trommenes |
Hyperoniemen
- musikkinstrument
- perkusjon
- slaginstrument
Afgeleide begrippen
- trommestikker
- trommevirvel
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- spille tromme
trommelen
Nynorsk
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /'tɾumə/
Woordafbreking
- trom·me
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | tromme tromma |
tegenwoordige tijd | trommar |
verleden tijd | tromma |
voltooid deelwoord |
tromma |
onvoltooid deelwoord |
trommande |
lijdende vorm | trommast (bijvorm): trommas |
gebiedende wijs | trom tromme tromma |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
Werkwoord
tromme
- drummen
- «Trommeslagaren trommar takten.»
- De tamboer trommelt de maat.
- «Trommeslagaren trommar takten.»
- trommelen, kletteren
- «Regnet trommar på ruta, taket.»
- De regen klettert de hele nacht op de straat.
- «Regnet trommar på ruta, taket.»
- optrommelen, bijeenroepen
Uitdrukkingen en gezegden
- [2]: tromma med fingrene mot bordet
met de vingers op tafel tikken
- [3]: tromme saman (folk) til ein fest
mensen bijeenzoeken voor een feest
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | tromme | trommen | trommar | trommane |
Zelfstandig naamwoord
tromme v
Hyperoniemen
- musikkinstrument
- perkusjon
- slaginstrument
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- spille tromme
trommelen
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.