tuig aan

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tuig aan    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tuig aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aantuigen

tuig aan

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantuigen
    • Ik tuig aan. 
  2. gebiedende wijs van aantuigen
    • Tuig aan! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aantuigen
    • Tuig je aan? 

Gangbaarheid

  • Het woord 'tuig aan' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.