turbulent

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  turbulent    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • tur·bu·lent
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘woelig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1553 [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen turbulentturbulenterturbulentst
verbogen turbulenteturbulentereturbulentste
partitief turbulentsturbulenters-

Bijvoeglijk naamwoord

turbulent

  1. erg onrustig, roerig, woelig
    • Het was een turbulent jaar. 
     Liesbeth heeft een turbulente jeugd gehad en veel meegemaakt, maar iedere keer wist ze zich hieruit te vechten en is ze doorgegaan.[2]
  2. (verkeer) met veel onbedoelde extra beweging, m.n. van vliegtuigen
    • Het vliegtuig maakte een turbulente landing. 
Schrijfwijzen
Gelijkklinkende woorden
Synoniemen
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Citaten
Spreekwoorden
Uitdrukkingen en gezegden

-->

Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord turbulent staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  turbulent (VS)    (hulp, bestand)
  • IPA:
stellend vergrotend overtreffend
turbulentmore turbulentmost turbulent

Bijvoeglijk naamwoord

turbulent

  1. roerig, turbulent

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  turbulent    (hulp, bestand)
  • IPA:
Woordherkomst en -opbouw
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   turbulent turbulents
  vrouwelijk   turbulente turbulentes

Bijvoeglijk naamwoord

turbulent

  1. roerig, turbulent
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.