tuta

Bima

Zelfstandig naamwoord

tuta

  1. (anatomie) hoofd

Quechua

Zelfstandig naamwoord

tuta

  1. nacht


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /tʊta/
Woordafbreking
  • tu·ta

Aanwijzend voornaamwoord

tuta

  1. (dialect: West-Boheems) deze; vrouwelijk nominatief enkelvoud van tuten
Synoniemen

Verwijzingen

    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.