tweeklankje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tweeklankje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • twee·klank·je

Zelfstandig naamwoord

hettweeklankjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord tweeklank
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.