uitcheckte

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitcheckte    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·check·te

Werkwoord

vervoeging van
uitchecken

uitcheckte

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitchecken
    • ... dat ik uitcheckte. 
    • ... dat jij uitcheckte. 
    • ... dat hij, zij, het uitcheckte. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitcheckte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.