uitdraai

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitdraai    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·draai
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘papierafdruk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1975 [1]

Werkwoord

vervoeging van
uitdraaien

uitdraai

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdraaien
    • ... dat ik uitdraai. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitdraai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
88 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.