uiteenloopt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uiteenloopt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·een·loopt

Werkwoord

vervoeging van
uiteenlopen

uiteenloopt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uiteenlopen
    • ... dat jij uiteenloopt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uiteenlopen
    • ... dat hij uiteenloopt. 

Gangbaarheid

  • Het woord uiteenloopt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.