uitprobeer

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitprobeer    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·pro·beer

Werkwoord

vervoeging van
uitproberen

uitprobeer

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitproberen
    • ... dat ik uitprobeer. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitprobeer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.