uitstelden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitstelden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·stel·den

Werkwoord

vervoeging van
uitstellen

uitstelden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van uitstellen
    • ...dat wij uitstelden. 
    • ...dat jullie uitstelden. 
    • ...dat zij uitstelden. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitstelden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.