uitstelt
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: uitstelt (hulp, bestand)
Woordafbreking
- uit·stelt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitstellen |
uitstelt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstellen
- ... dat jij uitstelt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitstellen
- ... dat hij uitstelt.
Gangbaarheid
- Het woord uitstelt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.