uitstraalde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitstraalde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·straal·de

Werkwoord

vervoeging van
uitstralen

uitstraalde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitstralen
    • ... dat ik uitstraalde. 
    • ... dat jij uitstraalde. 
    • ... dat hij, zij, het uitstraalde. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitstraalde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.