uitzweerde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uitzweerde    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • uit·zweer·de

Werkwoord

vervoeging van
uitzweren

uitzweerde

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzweren
    • ... dat ik uitzweerde. 
    • ... dat jij uitzweerde. 
    • ... dat hij, zij, het uitzweerde. 

Gangbaarheid

  • Het woord uitzweerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.