unfair

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  unfair    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • un·fair
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘onsportief’ voor het eerst aangetroffen in 1887 [1]
  • van het Engels (van un en fair) [2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen unfairunfairderunfairst
verbogen unfaireunfairdereunfairste
partitief unfairsunfairders-

Bijvoeglijk naamwoord

unfair [3]

  1. niet fair, oneerlijk, onsportief

Gangbaarheid

  • Het woord unfair staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
86 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.