uniformjasje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  uniformjasje    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈynifɔrəmˌjɑʃə/ (5 of 6 lettergrepen)
Woordafbreking
  • uni·form·jas·je
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hetuniformjasjeo

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord uniformjas
     Hij droeg een alpinopetje en een uniformjasje met enkele medailles, maar ik herkende het uniform niet, militairen droegen toch nooit een alpinopetje? Ik besefte bijna meteen hoe dom ik was.[1]

Gangbaarheid

  • Het woord uniformjasje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Echte Amerikaanse jeans” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044632767
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.