usurpeerde
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: usurpeerde (hulp, bestand)
Woordafbreking
- usur·peer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
usurperen |
usurpeerde
- enkelvoud verleden tijd van usurperen
- Ik usurpeerde.
- Jij usurpeerde.
- Hij, zij, het usurpeerde.
- Ik usurpeerde.
Gangbaarheid
- Het woord usurpeerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.