usurpeert

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  usurpeert    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • usur·peert

Werkwoord

vervoeging van
usurperen

usurpeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van usurperen
    • Jij usurpeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van usurperen
    • Hij usurpeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van usurperen
    • Usurpeert! 

Gangbaarheid

  • Het woord usurpeert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.