vaar wel

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vaar wel    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vaar wel
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
welvaren

vaar wel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van welvaren
    • Ik vaar wel. 
  2. gebiedende wijs van welvaren
    • Vaar wel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van welvaren
    • Vaar je wel? 

Gangbaarheid

  • Het woord vaar wel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.