vakantiehuisjes
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: vakantiehuisjes (hulp, bestand)
Woordafbreking
- va·kan·tie·huis·jes
Zelfstandig naamwoord
de vakantiehuisjes mv
- verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vakantiehuis
- ▸ De brand ontstond bij het dorp Bordezac, bijna 100 kilometer ten noorden van Montpellier en de Middellandse Zee. Ongeveer honderd mensen moesten worden geëvacueerd en zijn ondergebracht in vakantiehuisjes en restaurants. Mensen in het zuiden van Frankrijk worden opgeroepen dit weekend voorzichtig te doen, omdat het risico op branden hoog blijft.[1]
Gangbaarheid
- Het woord vakantiehuisjes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Zeer grote bosbrand in Frankrijk onder controle, 650 hectare nog in brand” (09 juli 2022), NU.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.