vakantiewerkertjes

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vakantiewerkertjes    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • va·kan·tie·wer·ker·tjes

Zelfstandig naamwoord

devakantiewerkertjesmv

  1. verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord vakantiewerker
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.