vastgrijpt

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vastgrijpt    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • vast·grijpt

Werkwoord

vervoeging van
vastgrijpen

vastgrijpt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastgrijpen
    • ... dat jij vastgrijpt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastgrijpen
    • ... dat hij vastgrijpt. 

Werkwoord

vervoeging van
vastgrijpen

vastgrijpt

  1. (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich vastgrijpen
    • ... dat jij je vastgrijpt. 
  2. (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich vastgrijpen
    • ... dat hij zich vastgrijpt. 

Gangbaarheid

  • Het woord vastgrijpt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.